Ik drukte op verwijderen. En opeens was er een einde gekomen aan weer een digitaal stuk. Aan een onophoudelijke stroom berichten. Aan altijd maar in de ‘ontvang’ stand staan. Aan berichten verkeerd interpreteren, omdat je simpelweg een stem en emotie erbij mist. Ik was opnieuw uit een stukje maatschappij van nu gestapt.
Zomaar op een ochtend eind november dacht ik: ik ben er klaar mee. Ik ben het zat om altijd maar aan te staan, om dit als de communicatie van nu te zien. Om in iets mee te gaan, terwijl dat niet bij me past, maar ik tegelijkertijd bang ben om buiten de boot te vallen als ik er niet aan meedoe.
Want dat is natuurlijk een gevolg. Toen werd het stil. Heel stil.
Ik verwijderde WhatsApp uit mijn leven.
Het voelde de eerste dagen alsof ik afgesneden was van de wereld. Het leek alsof al mijn vriendschappen en contacten opgehouden waren met bestaan. Er was opeens geen lijntje meer, om toch af en toe aan elkaar te laten weten dat je er bent. Even een hartje sturen, of een snelle ‘hoe is het?’ Ik deed ergens niet meer aan mee, en dat maakte me een buitenstaander. Ik kreeg een raar besef dat mijn ego moest gaan afkicken. Van de aandacht. Van het gezien en gehoord worden. Dus dit is het gevoel wat je ervaart als de digitale wereld niet meer bestaat. Eenzaamheid overviel me.
De eenzaamheid die op dat moment versterkt werd door mijn hormonen die me in die dagen tot waanzin dreven. En toen moest ik opeens denken aan een mooi gesprek wat ik een paar weken geleden met iemand had. Over dat we als vrouwen vechten tegen dat stukje hormonale in ons. Dat we onszelf er niet mee identificeren, maar het zien als iets buiten ons. We vinden onszelf in die periode ‘niet normaal’. We zijn niet ‘onszelf’. Terwijl die hormonen onderdeel van ons zijn en ze zo mooi voor je kunnen werken. Als je niet altijd maar neutraal en vrolijk wilt zijn, maar ook die schaduwkanten in jezelf naar boven durft te laten komen.
Die ‘vrouwelijke periodes’, besef ik me nu, zijn een uitnodiging tot een stukje verdieping. Die wirwar aan gevoelens, die highs and lows, de tranen zomaar uit het niets, de agressie, woede soms, dit zat er al die tijd al, en komt aan de oppervlakte wanneer het kan, wanneer het nodig is. Omdat ‘ze’ iets willen zeggen en aandacht nodig hebben.
Ik zocht contact. In de stilte. Tijdens mijn wandeling in de natuur. ‘s Avonds bij een geleide meditatie. Door vrijwel zonder telefoon door de dag te gaan. Voelen, verdiepen, vragen, eerlijk zijn, proberen te begrijpen, luisteren.
Ik kwam er in stilte achter dat ik me nog te vaak onbewust vasthoud aan mijn oude leven en mijn oude ik. Dat ik nog last heb van oude conditioneringen die nu niet meer mij zijn, maar wel invloed hebben op mijn leven van vandaag. Ik kwam er in stilte achter dat hormonen precies weten wat je nodig hebt: dag WhatsApp, hallo contact met jezelf. Ik kwam er in stilte achter dat de basis in mezelf nog wat gronding nodig heeft. Dat die basis in moeilijkere periodes een beetje wiebelig is. Dat ik op zulke momenten, vooral de eerste dagen, nog te veel extern wil zoeken. En als ik daar doorheen prik, ik bij dat diepere laagje in mezelf kom. Daar waar alles helemaal goed is zoals het is. Ik kwam er in stilte achter dat mijn ego niet dol is op verandering (de verandering als ik aan mezelf werk), en dat dat de weerstand is die ik vaak in het begin van zulke stille periodes voel. Ik kwam er in stilte achter dat het ontbreken van het lijntje met de buitenwereld, me een extra lijntje naar mezelf had gegeven.
Liefs x
Ik drukte op verwijderen. En opeens was er een einde gekomen aan weer een digitaal stuk. Aan een onophoudelijke stroom berichten. Aan altijd maar in de ‘ontvang’ stand staan. Aan berichten verkeerd interpreteren, omdat je simpelweg een stem en emotie erbij mist. Ik was opnieuw uit een stukje maatschappij van nu gestapt.
Zomaar op een ochtend eind november dacht ik: ik ben er klaar mee. Ik ben het zat om altijd maar aan te staan, om dit als de communicatie van nu te zien. Om in iets mee te gaan, terwijl dat niet bij me past, maar ik tegelijkertijd bang ben om buiten de boot te vallen als ik er niet aan meedoe.
Want dat is natuurlijk een gevolg. Toen werd het stil. Heel stil.
Ik verwijderde WhatsApp uit mijn leven.
Het voelde de eerste dagen alsof ik afgesneden was van de wereld. Het leek alsof al mijn vriendschappen en contacten opgehouden waren met bestaan. Er was opeens geen lijntje meer, om toch af en toe aan elkaar te laten weten dat je er bent. Even een hartje sturen, of een snelle ‘hoe is het?’ Ik deed ergens niet meer aan mee, en dat maakte me een buitenstaander. Ik kreeg een raar besef dat mijn ego moest gaan afkicken. Van de aandacht. Van het gezien en gehoord worden. Dus dit is het gevoel wat je ervaart als de digitale wereld niet meer bestaat. Eenzaamheid overviel me.
De eenzaamheid die op dat moment versterkt werd door mijn hormonen die me in die dagen tot waanzin dreven. En toen moest ik opeens denken aan een mooi gesprek wat ik een paar weken geleden met iemand had. Over dat we als vrouwen vechten tegen dat stukje hormonale in ons. Dat we onszelf er niet mee identificeren, maar het zien als iets buiten ons. We vinden onszelf in die periode ‘niet normaal’. We zijn niet ‘onszelf’. Terwijl die hormonen onderdeel van ons zijn en ze zo mooi voor je kunnen werken. Als je niet altijd maar neutraal en vrolijk wilt zijn, maar ook die schaduwkanten in jezelf naar boven durft te laten komen.
Die ‘vrouwelijke periodes’, besef ik me nu, zijn een uitnodiging tot een stukje verdieping. Die wirwar aan gevoelens, die highs and lows, de tranen zomaar uit het niets, de agressie, woede soms, dit zat er al die tijd al, en komt aan de oppervlakte wanneer het kan, wanneer het nodig is. Omdat ‘ze’ iets willen zeggen en aandacht nodig hebben.
Ik zocht contact. In de stilte. Tijdens mijn wandeling in de natuur. ‘s Avonds bij een geleide meditatie. Door vrijwel zonder telefoon door de dag te gaan. Voelen, verdiepen, vragen, eerlijk zijn, proberen te begrijpen, luisteren.
Ik kwam er in stilte achter dat ik me nog te vaak onbewust vasthoud aan mijn oude leven en mijn oude ik. Dat ik nog last heb van oude conditioneringen die nu niet meer mij zijn, maar wel invloed hebben op mijn leven van vandaag. Ik kwam er in stilte achter dat hormonen precies weten wat je nodig hebt: dag WhatsApp, hallo contact met jezelf. Ik kwam er in stilte achter dat de basis in mezelf nog wat gronding nodig heeft. Dat die basis in moeilijkere periodes een beetje wiebelig is. Dat ik op zulke momenten, vooral de eerste dagen, nog te veel extern wil zoeken. En als ik daar doorheen prik, ik bij dat diepere laagje in mezelf kom. Daar waar alles helemaal goed is zoals het is. Ik kwam er in stilte achter dat mijn ego niet dol is op verandering (de verandering als ik aan mezelf werk), en dat dat de weerstand is die ik vaak in het begin van zulke stille periodes voel. Ik kwam er in stilte achter dat het ontbreken van het lijntje met de buitenwereld, me een extra lijntje naar mezelf had gegeven.
Liefs x
+ show Comments
- Hide Comments
add a comment