In deze blog ga ik je uitleggen wat de invloed is van een gewond innerlijk kind op jezelf en je leven. Dit zijn algemene uitwerkingen en signalen die voor vrijwel iedereen wel herkenbaar zullen zijn. Afhankelijk van je verleden en de grootte van je trauma’s zul je natuurlijk ook bepaalde uitwerkingen ervaren die heel persoonlijk zijn.
Je hebt een laag zelfbeeld
Een van de gevolgen van trauma is dat je wat je is overkomen op jezelf gaat betrekken. Dit zegt iets over mij. Ik zal wel iets verkeerd hebben gedaan. Ik heb dit blijkbaar verdient. Ik ben niet goed genoeg. Ik ben niks waard. Ik ben geen prioriteit. Ook betrek je als kind het gedrag van je opvoeders en de mensen die dichtbij je staan op (een negatieve manier op) jezelf. Deze overtuigingen versterken zich naarmate je meer trauma ervaart, je opvoeders er niet voldoende voor je zijn, je niet voldoende in je behoefte wordt voorzien als kind. Overtuigingen die je zelfbeeld, dat nog volledig in ontwikkeling is, afbrokkelen, je aan jezelf laten twijfelen, ervoor zorgen dat er een leegte in je ontstaat, dat je jezelf niet meer kunt zien voor wie je echt bent. Vanaf dat moment moet je buiten jezelf op zoek naar liefde, aandacht, erkenning en acceptatie. Uit deze behoefte ontstaan vervolgens een hele hoop ongezonde patronen en ook een onafhankelijkheid.
Je weet niet goed meer wie je bent
Wanneer je gelooft dat je niet goed genoeg bent wijs je jezelf af. Als reactie daarop ga je een identiteit ontwikkelen (je ego) die ervoor moet zorgen dat niemand je ooit nog afwijst en dat iedereen je aardig vindt. Die tweede identiteit is volledig gericht op de buitenwereld. Je wordt zoals je denkt dat mensen willen dat je bent en je gedraagt. Als gevolg hiervan ga je bepaalde (niet geaccepteerde) delen van jezelf in het donker houden. Je gaat je aanpassen aan het gezelschap waarin je bent, bepaalde keuzes maken omdat deze keuzes je de aandacht, goedkeuring of acceptatie van anderen opleveren. Op een bepaald punt raak je jezelf hierdoor volledig kwijt. Loop je vast. Je hebt geen idee wie je bent, wat je drijft, wat je belangrijk vindt, je leeft een leven dat waarschijnlijk een ideaalplaatje van de mensen om je heen is.
Je wordt regelmatig getriggerd
Alles wat je als kind als pijnlijk of verdrietig ervaren hebt en in die tijd niet kon verwerken kun je een traumatische ervaring noemen. Je kunt je dus wel voorstellen dat je als kind best wat traumatische (aangrijpende) ervaringen zult hebben meegemaakt. Wanneer je je trauma’s niet verwerkt en heelt blijven ze controle over jou en je leven houden. Op momenten dat in het nu iets je doet herinneren aan een ervaring of gebeurtenis uit het verleden wordt je getriggerd, alsof je terug in de tijd gaat en weer even je kleine zelf bent. Deze emotionele reacties in jezelf kunnen heel intens voelen en dagelijks voorkomen. Je pijnlijker je kindertijd, hoe vaker je getriggerd zult worden, hoe sneller deze triggers je uitputten (ze beheersen je leven). Je triggers zijn daarnaast vaak heel pijnlijke gevoelens. Afwijzing, teleurstelling, je minderwaardig, niet belangrijk, klein of niet goed genoeg voelen. De meeste volwassenen die getriggerd worden hebben geen idee dat dit verband heeft met vroeger. Ze reageren op de automatische piloot de emotie of pijn die ze voelen af op een ander in de hoop dat dat nare gevoel zo snel mogelijk weer verdwijnt.
Je hebt belemmerende overtuigingen en niet helpende gedragspatronen
Je opvoeders hebben je (onbewust) veel meegegeven. Patronen, manieren van copen (omgaan met teleurstellingen, uitdagingen, conflicten, emoties), mindset, leefstijl, specifieke overtuigingen over verschillende thema’s. Eenmaal volwassen ga je merken dat sommigen van deze patronen of overtuigingen, manieren van denken, je tegenwerken in wie je wilt zijn, hoe je wilt leven, in je doelen en dromen. Dat bepaalde patronen niet helpend of gezond zijn en je soms zelfs schade toebrengen. Je ontdekt bepaalde diepgewortelde overtuigingen die eigenlijk helemaal niet aansluiten bij je, maar die je bent gaan leven omdat ze in de opvoeding zo sterk terugkwamen.
Je lichaam is getraumatiseerd
Wanneer je als kind veel stress hebt meegemaakt, in onstabiliteit of onveiligheid bent opgegroeid of chronisch (langdurig) trauma hebt ervaren dan betekent dit dat je veelal in de overleefstand hebt gestaan. Hierdoor is je zenuwstelsel ontregeld. In je dagelijkse leven betekent dit dat je moeite hebt om je te ontspannen, dat je altijd een zekere onrust ervaart, alert bent, dat je snel schrikt. Door deze ontregeling kan je lichaam daarnaast niet meer goed functioneren. Vrijwel alle energie gaat naar deze ‘alerte stand’, hierdoor is er minder energie voor andere processen in je lichaam en kan je lichaam ziek worden. De emoties en stress als gevolg van hevige ervaringen of trauma zijn daarnaast ook opgeslagen in zowel je brein als lichaam. Deze zorgen ook voor een disbalans en bepaalde klachten.
Foto: Unsplash
In deze blog ga ik je uitleggen wat de invloed is van een gewond innerlijk kind op jezelf en je leven. Dit zijn algemene uitwerkingen en signalen die voor vrijwel iedereen wel herkenbaar zullen zijn. Afhankelijk van je verleden en de grootte van je trauma’s zul je natuurlijk ook bepaalde uitwerkingen ervaren die heel persoonlijk zijn.
Je hebt een laag zelfbeeld
Een van de gevolgen van trauma is dat je wat je is overkomen op jezelf gaat betrekken. Dit zegt iets over mij. Ik zal wel iets verkeerd hebben gedaan. Ik heb dit blijkbaar verdient. Ik ben niet goed genoeg. Ik ben niks waard. Ik ben geen prioriteit. Ook betrek je als kind het gedrag van je opvoeders en de mensen die dichtbij je staan op (een negatieve manier op) jezelf. Deze overtuigingen versterken zich naarmate je meer trauma ervaart, je opvoeders er niet voldoende voor je zijn, je niet voldoende in je behoefte wordt voorzien als kind. Overtuigingen die je zelfbeeld, dat nog volledig in ontwikkeling is, afbrokkelen, je aan jezelf laten twijfelen, ervoor zorgen dat er een leegte in je ontstaat, dat je jezelf niet meer kunt zien voor wie je echt bent. Vanaf dat moment moet je buiten jezelf op zoek naar liefde, aandacht, erkenning en acceptatie. Uit deze behoefte ontstaan vervolgens een hele hoop ongezonde patronen en ook een onafhankelijkheid.
Je weet niet goed meer wie je bent
Wanneer je gelooft dat je niet goed genoeg bent wijs je jezelf af. Als reactie daarop ga je een identiteit ontwikkelen (je ego) die ervoor moet zorgen dat niemand je ooit nog afwijst en dat iedereen je aardig vindt. Die tweede identiteit is volledig gericht op de buitenwereld. Je wordt zoals je denkt dat mensen willen dat je bent en je gedraagt. Als gevolg hiervan ga je bepaalde (niet geaccepteerde) delen van jezelf in het donker houden. Je gaat je aanpassen aan het gezelschap waarin je bent, bepaalde keuzes maken omdat deze keuzes je de aandacht, goedkeuring of acceptatie van anderen opleveren. Op een bepaald punt raak je jezelf hierdoor volledig kwijt. Loop je vast. Je hebt geen idee wie je bent, wat je drijft, wat je belangrijk vindt, je leeft een leven dat waarschijnlijk een ideaalplaatje van de mensen om je heen is.
Je wordt regelmatig getriggerd
Alles wat je als kind als pijnlijk of verdrietig ervaren hebt en in die tijd niet kon verwerken kun je een traumatische ervaring noemen. Je kunt je dus wel voorstellen dat je als kind best wat traumatische (aangrijpende) ervaringen zult hebben meegemaakt. Wanneer je je trauma’s niet verwerkt en heelt blijven ze controle over jou en je leven houden. Op momenten dat in het nu iets je doet herinneren aan een ervaring of gebeurtenis uit het verleden wordt je getriggerd, alsof je terug in de tijd gaat en weer even je kleine zelf bent. Deze emotionele reacties in jezelf kunnen heel intens voelen en dagelijks voorkomen. Je pijnlijker je kindertijd, hoe vaker je getriggerd zult worden, hoe sneller deze triggers je uitputten (ze beheersen je leven). Je triggers zijn daarnaast vaak heel pijnlijke gevoelens. Afwijzing, teleurstelling, je minderwaardig, niet belangrijk, klein of niet goed genoeg voelen. De meeste volwassenen die getriggerd worden hebben geen idee dat dit verband heeft met vroeger. Ze reageren op de automatische piloot de emotie of pijn die ze voelen af op een ander in de hoop dat dat nare gevoel zo snel mogelijk weer verdwijnt.
Je hebt belemmerende overtuigingen en niet helpende gedragspatronen
Je opvoeders hebben je (onbewust) veel meegegeven. Patronen, manieren van copen (omgaan met teleurstellingen, uitdagingen, conflicten, emoties), mindset, leefstijl, specifieke overtuigingen over verschillende thema’s. Eenmaal volwassen ga je merken dat sommigen van deze patronen of overtuigingen, manieren van denken, je tegenwerken in wie je wilt zijn, hoe je wilt leven, in je doelen en dromen. Dat bepaalde patronen niet helpend of gezond zijn en je soms zelfs schade toebrengen. Je ontdekt bepaalde diepgewortelde overtuigingen die eigenlijk helemaal niet aansluiten bij je, maar die je bent gaan leven omdat ze in de opvoeding zo sterk terugkwamen.
Je lichaam is getraumatiseerd
Wanneer je als kind veel stress hebt meegemaakt, in onstabiliteit of onveiligheid bent opgegroeid of chronisch (langdurig) trauma hebt ervaren dan betekent dit dat je veelal in de overleefstand hebt gestaan. Hierdoor is je zenuwstelsel ontregeld. In je dagelijkse leven betekent dit dat je moeite hebt om je te ontspannen, dat je altijd een zekere onrust ervaart, alert bent, dat je snel schrikt. Door deze ontregeling kan je lichaam daarnaast niet meer goed functioneren. Vrijwel alle energie gaat naar deze ‘alerte stand’, hierdoor is er minder energie voor andere processen in je lichaam en kan je lichaam ziek worden. De emoties en stress als gevolg van hevige ervaringen of trauma zijn daarnaast ook opgeslagen in zowel je brein als lichaam. Deze zorgen ook voor een disbalans en bepaalde klachten.
Foto: Unsplash

+ show Comments
- Hide Comments
add a comment