Een of twee keer per maand heb ik zo’n dag waarop ik me zwaar en leeg voel. De wereld er grijs uitziet. Ik kan er vaak de klok op gelijk zetten: het is volle maan en ik zit middenin mijn menstruatie. Jaren terug zei ik altijd dat ik een ander persoon was in die periode. Dat ik niet mezelf was. Inmiddels weet en voel ik dat alles wat de rest van de maand niet de ruimte krijgt in deze tijd naar de oppervlakte komt. Ik ben ook die persoon die zich wel eens leeg en zwaar voelt. Ik ben ook die persoon die donkere kanten heeft. Ik ben ook die persoon voor wie het leven niet altijd makkelijk voelt.
Wanneer het zo’n dag is voel ik het meestal al bij het opstaan. Alsof het leven een sluier heeft. Ik niet goed bij mezelf kan komen. Mijn ego gaat meteen aan het werk om met redenen te komen waarom ik me zo voel. Het is volle maan. Je zou nu moeten menstrueren. Veel mensen gaan naarstig op zoek naar een verklaring voor het ‘waarom’. Alsof ze zich niet meer zo voelen wanneer ze de reden hebben gevonden. Het is een quick-fix.
Ik glimlach liefdevol naar mijn ego in gedachten. Ik hoef het waarom niet zo nodig te weten.
Dat wil niet zeggen dat ik meteen in de liefdevolle omarming ga hoor. Net als ieder mens wil ik me ook het allerliefste gewoon goed voelen. Het kost me meestal wel een tijdje om gewoon te accepteren dat ik mezelf leeg voel en dat dit ook bij het leven hoort. Ergens heb ik regelmatig de gedachte dat ik me vroeger vaak genoeg zwaar en leeg heb gevoeld en dat ik dit daarom niet verdien, maar ik weet dat het nergens op slaat. Ik probeer mezelf er op zo’n moment aan te herinneren dat me goed voelen niks in werking zet in mezelf. Dit is een uitnodiging. Om dieper te gaan, een stukje in mijzelf te helen, contact te maken met mijn innerlijke kind.
De hele ochtend probeer ik door het zware en doffe gevoel in mezelf heen te ademen in de hoop dat het wat lichter, dragelijker wordt. Dit is meestal mijn strategie op zulke dagen. Ik probeer eerst de makkelijke manieren tot ik merk: dit is overduidelijk een innerlijk conflict dat meer aandacht nodig heeft dan ‘ik zie je en je mag er zijn’.
Dus ik gaf me over.
Ik ga in een hoekje op de grond in mijn slaapkamer zitten. De plek waar ik me veilig voel. Ik zit nog geen minuut en de tranen stromen over mijn wangen. Ik laat ze gaan. Het voelt als een opluchting. Mijn gevoelens hebben een weg naar buiten gevonden. Ik huil niet zo vaak maar als ik huil vind ik het heerlijk. Ik ben weer even echt mens. Ik voel. Ik leef. Ik breek. Mensen vragen me regelmatig of het echt waar is dat pijnlijke emoties wanneer ze gezien worden in liefde en warmte veranderen. Het is zo.
Al snel komen er in de ruimte van de stilte herinneringen boven. Het gevoel overvalt me wat ik als puber veel ervaren heb. Alleen, leeg, verlaten, niet belangrijk, waardeloos. Hoewel ik echt niet sta te springen om me zo te voelen ben ik er ook niet meer bang voor. Ik draag het namelijk al die tijd al met me mee. Dit is mijn trauma. Door de jaren heen heb ik dat meisje op haar kamer ontzettend vaak getroost, vastgehouden, omarmd, gezien en gehoord. Haar pijn zit diep. Ik ben stil en laat het er zijn. Hoe langer ik zit, hoe dieper ik ga, hoe sterker ik voel: dit is goed. Eenmaal overgegeven heb ik nooit de behoefte om te vluchten. Ik weet dat dit is wat ik nu moet doen. Het is veilig in mezelf, ik kan het aan. Ik kan voelen en overleven. Ik kan die ouder voor het kind in mij zijn.
Na een tijdje stil zijn laat mijn ego van zich horen. Hoe lang gaat dit nog duren? Wanneer is het (lijden) voorbij? Waar gaat dit heen? In gedachten moet ik een beetje lachen.
Ik blijf gewoon zitten, ik voel dat ik nog niet klaar ben. Ik weet niet precies wat er aandacht vraagt of wat er nog aandacht wil. Maar ik ben er, ik kom opdagen.
Mijn gedachten nemen me weer mee op reis. Ik denk terug aan de handvol beelden die ik van mezelf herinner als kind en probeer me met dat kleine meisje te verbinden. Altijd wanneer ik haar op mijn netvlies zie voel ik tranen in mijn ogen. Een warm gevoel overvalt me. Ik beeld me in dat ik haar vasthoud en omarm, ik zeg haar dat ik van haar hou, dat ze niet alleen is, dat ik er voor haar ben.
Als reactie op waar ik die ochtend doorheen ging, ik probeerde al een paar dagen iets te controleren wat ik niet hoorde te controleren uit angst, begin ik in gedachten te praten. Ik laat dit oude verhaal nu los… En dit oude verhaal… En dit oude verhaal… En dit oude verhaal… Ik hoef dit niet meer te dragen, ik hoef hier niet meer bang voor te zijn, ik ben die persoon niet meer. Ik geef me over aan het onbekende. Ik leef vanuit vertrouwen. Ik voel mezelf gedragen door het leven.
Met elk verhaal voel ik mezelf lichter worden.
Ik kan weer ademhalen.
Mijn binnenste voelt warm, rustig, veilig.
Mijn innerlijke kind voelt zich gezien.
Mijn toekomstige zelf is me dankbaar.
Foto: Unsplash
Een of twee keer per maand heb ik zo’n dag waarop ik me zwaar en leeg voel. De wereld er grijs uitziet. Ik kan er vaak de klok op gelijk zetten: het is volle maan en ik zit middenin mijn menstruatie. Jaren terug zei ik altijd dat ik een ander persoon was in die periode. Dat ik niet mezelf was. Inmiddels weet en voel ik dat alles wat de rest van de maand niet de ruimte krijgt in deze tijd naar de oppervlakte komt. Ik ben ook die persoon die zich wel eens leeg en zwaar voelt. Ik ben ook die persoon die donkere kanten heeft. Ik ben ook die persoon voor wie het leven niet altijd makkelijk voelt.
Wanneer het zo’n dag is voel ik het meestal al bij het opstaan. Alsof het leven een sluier heeft. Ik niet goed bij mezelf kan komen. Mijn ego gaat meteen aan het werk om met redenen te komen waarom ik me zo voel. Het is volle maan. Je zou nu moeten menstrueren. Veel mensen gaan naarstig op zoek naar een verklaring voor het ‘waarom’. Alsof ze zich niet meer zo voelen wanneer ze de reden hebben gevonden. Het is een quick-fix.
Ik glimlach liefdevol naar mijn ego in gedachten. Ik hoef het waarom niet zo nodig te weten.
Dat wil niet zeggen dat ik meteen in de liefdevolle omarming ga hoor. Net als ieder mens wil ik me ook het allerliefste gewoon goed voelen. Het kost me meestal wel een tijdje om gewoon te accepteren dat ik mezelf leeg voel en dat dit ook bij het leven hoort. Ergens heb ik regelmatig de gedachte dat ik me vroeger vaak genoeg zwaar en leeg heb gevoeld en dat ik dit daarom niet verdien, maar ik weet dat het nergens op slaat. Ik probeer mezelf er op zo’n moment aan te herinneren dat me goed voelen niks in werking zet in mezelf. Dit is een uitnodiging. Om dieper te gaan, een stukje in mijzelf te helen, contact te maken met mijn innerlijke kind.
De hele ochtend probeer ik door het zware en doffe gevoel in mezelf heen te ademen in de hoop dat het wat lichter, dragelijker wordt. Dit is meestal mijn strategie op zulke dagen. Ik probeer eerst de makkelijke manieren tot ik merk: dit is overduidelijk een innerlijk conflict dat meer aandacht nodig heeft dan ‘ik zie je en je mag er zijn’.
Dus ik gaf me over.
Ik ga in een hoekje op de grond in mijn slaapkamer zitten. De plek waar ik me veilig voel. Ik zit nog geen minuut en de tranen stromen over mijn wangen. Ik laat ze gaan. Het voelt als een opluchting. Mijn gevoelens hebben een weg naar buiten gevonden. Ik huil niet zo vaak maar als ik huil vind ik het heerlijk. Ik ben weer even echt mens. Ik voel. Ik leef. Ik breek. Mensen vragen me regelmatig of het echt waar is dat pijnlijke emoties wanneer ze gezien worden in liefde en warmte veranderen. Het is zo.
Al snel komen er in de ruimte van de stilte herinneringen boven. Het gevoel overvalt me wat ik als puber veel ervaren heb. Alleen, leeg, verlaten, niet belangrijk, waardeloos. Hoewel ik echt niet sta te springen om me zo te voelen ben ik er ook niet meer bang voor. Ik draag het namelijk al die tijd al met me mee. Dit is mijn trauma. Door de jaren heen heb ik dat meisje op haar kamer ontzettend vaak getroost, vastgehouden, omarmd, gezien en gehoord. Haar pijn zit diep. Ik ben stil en laat het er zijn. Hoe langer ik zit, hoe dieper ik ga, hoe sterker ik voel: dit is goed. Eenmaal overgegeven heb ik nooit de behoefte om te vluchten. Ik weet dat dit is wat ik nu moet doen. Het is veilig in mezelf, ik kan het aan. Ik kan voelen en overleven. Ik kan die ouder voor het kind in mij zijn.
Na een tijdje stil zijn laat mijn ego van zich horen. Hoe lang gaat dit nog duren? Wanneer is het (lijden) voorbij? Waar gaat dit heen? In gedachten moet ik een beetje lachen.
Ik blijf gewoon zitten, ik voel dat ik nog niet klaar ben. Ik weet niet precies wat er aandacht vraagt of wat er nog aandacht wil. Maar ik ben er, ik kom opdagen.
Mijn gedachten nemen me weer mee op reis. Ik denk terug aan de handvol beelden die ik van mezelf herinner als kind en probeer me met dat kleine meisje te verbinden. Altijd wanneer ik haar op mijn netvlies zie voel ik tranen in mijn ogen. Een warm gevoel overvalt me. Ik beeld me in dat ik haar vasthoud en omarm, ik zeg haar dat ik van haar hou, dat ze niet alleen is, dat ik er voor haar ben.
Als reactie op waar ik die ochtend doorheen ging, ik probeerde al een paar dagen iets te controleren wat ik niet hoorde te controleren uit angst, begin ik in gedachten te praten. Ik laat dit oude verhaal nu los… En dit oude verhaal… En dit oude verhaal… En dit oude verhaal… Ik hoef dit niet meer te dragen, ik hoef hier niet meer bang voor te zijn, ik ben die persoon niet meer. Ik geef me over aan het onbekende. Ik leef vanuit vertrouwen. Ik voel mezelf gedragen door het leven.
Met elk verhaal voel ik mezelf lichter worden.
Ik kan weer ademhalen.
Mijn binnenste voelt warm, rustig, veilig.
Mijn innerlijke kind voelt zich gezien.
Mijn toekomstige zelf is me dankbaar.
Foto: Unsplash
+ show Comments
- Hide Comments
add a comment