Ik kon er maar niet uit raken. Uit mijn hoofd en ego. Ik wilde zo graag terug, maar het kostte me een week voordat het me echt ‘lukte’ en ik weer thuis kwam. Thuis bij mezelf. Thuis bij de plek waar vanuit ik het liefste leef: mijn hart, mijn ziel, mijn authentieke zelf.
Net als ieder mens vind ook ik mezelf vaak genoeg terug in een ego staat van zijn. Dit soort momenten herken ik alleen steeds sneller bij mezelf. Ik merk ze op, ondervraag mijn (vaak onware) gedachten of die vreselijke commanderende stem, en kan dan weer redelijk snel terug bij mezelf komen. En soms laat ik me er ook door meeslepen. Op zo’n moment lukt het me alleen om mijn eigen perspectief te zien, heeft de hele wereld iets misdaan behalve ikzelf en plaats ik mezelf boven de ander. Zoals ik al zei: ik ben mens, net als jij.
Die momenten, ik kan ze hebben. Maar soms raak ik erin verstrikt en worden momenten dagen. Dagen waarop ik moeilijk kan voelen, mijn hoofd overuren maakt, ik meer meer en meer wil, alsmaar aan het pushen ben, vanuit angst en controle leef en niks (goed) genoeg is.
Ik voel me op deze dagen veelal afgescheiden van de wereld. Ik heb moeite om dankbaarheid te voelen voor wat ik normaal zo waardeer, ik moet iets doen om te mogen zijn, iets behalen om me goed te voelen. Ik vergelijk mezelf met alles en iedereen. Ik voel me superieur of waardeloos. Ik maak andere keuzes. Mijn intentie is anders. Ik heb het idee dat ik alles moet regisseren, als een razende controlfreak ren ik dan door de dagen.
En dat allemaal omdat mijn ego dat lieve kleine gewonde meisje in mezelf wil beschermen. Al dat gepush, dat meer willen, het moet allemaal leiden tot erkenning en bevestiging dat ik er mag zijn. Het controleren van sommige situaties en omstandigheden is een manier om te voorkomen dat ik me ooit nog zo ga voelen als toen. De diepe pijn van mijn innerlijke kind.
Steeds vaker ga ik herkennen wat de aanleiding is voor deze staat van zijn. Wanneer ik te druk ben, er teveel gaande is qua werk en ik om de een of andere reden wat meer online ben (wat zo niet mij is), verlies ik het contact met mezelf.
Met mijn echte zelf. De zelf die weet dat ze genoeg is. Altijd. Dat ze niks hoeft te doen om te mogen zijn. De zelf die omringt wordt door goedheid, liefde, overvloed. Die dat ís. De zelf die ervan geniet om onvoorwaardelijk te geven. Vervuld van dankbaarheid voor alle kleine, dagelijkse dingen. De zelf die zich kan verwonderen om dat wat echt telt. Die weet dat het leven voor haar werkt. Dat alles op tijd gebeurt en ze niks hoeft te forceren.
Die mooie, pure zelf verlies ik op zulke dagen.
En wat ik ook deed in een week als deze, het kostte me ontzettend veel moeite om haar terug te vinden. Om weer terug bij mezelf te komen. Ik moest er veel voor ‘doen’ en tegelijkertijd stoppen met doen.
Stilte. Telefoon uit. Weg van social media. Laptop uit. Langere meditaties. Geleide meditaties. Schrijven. Nog meer schrijven. Lange wandelingen maken. Nog meer wandelen. De wind in mijn gezicht. Ademhalen, bewust. Luieren.
Uren luisteren naar ‘mijn’ spiritual leaders, die ik te lang niet gehoord had door gebrek aan tijd (maar vooral prioriteit, zie je waar het misgaat?).
Tijdens mijn ochtendmeditaties ga ik in gesprek met mijn ego. Ik vertel haar dat ik voor dat kleine meisje kan zorgen. Dat we die controle niet (meer) nodig hebben. Dat we niks hoeven te forceren vanuit angst. Dat we niets hoeven te doen om te mogen zijn. Dat ik het aankan om me minderwaardig en niet genoeg te voelen. Dat ik ruimte voor dat gevoel kan maken en zo de uitnodiging aangrijp om te helen.
Tranen stromen over mijn wangen. Ik voel me warm en gedragen.
Langzaam zak ik weer in mijn lijf. Kan ik weer anders zien. Is mijn aandacht anders. Zijn mijn gedachten anders. Voel ik weer. Ben ik weer. Hier, aanwezig.
Wat heb ik haar gemist.
Foto: Unsplash
Ik kon er maar niet uit raken. Uit mijn hoofd en ego. Ik wilde zo graag terug, maar het kostte me een week voordat het me echt ‘lukte’ en ik weer thuis kwam. Thuis bij mezelf. Thuis bij de plek waar vanuit ik het liefste leef: mijn hart, mijn ziel, mijn authentieke zelf.
Net als ieder mens vind ook ik mezelf vaak genoeg terug in een ego staat van zijn. Dit soort momenten herken ik alleen steeds sneller bij mezelf. Ik merk ze op, ondervraag mijn (vaak onware) gedachten of die vreselijke commanderende stem, en kan dan weer redelijk snel terug bij mezelf komen. En soms laat ik me er ook door meeslepen. Op zo’n moment lukt het me alleen om mijn eigen perspectief te zien, heeft de hele wereld iets misdaan behalve ikzelf en plaats ik mezelf boven de ander. Zoals ik al zei: ik ben mens, net als jij.
Die momenten, ik kan ze hebben. Maar soms raak ik erin verstrikt en worden momenten dagen. Dagen waarop ik moeilijk kan voelen, mijn hoofd overuren maakt, ik meer meer en meer wil, alsmaar aan het pushen ben, vanuit angst en controle leef en niks (goed) genoeg is.
Ik voel me op deze dagen veelal afgescheiden van de wereld. Ik heb moeite om dankbaarheid te voelen voor wat ik normaal zo waardeer, ik moet iets doen om te mogen zijn, iets behalen om me goed te voelen. Ik vergelijk mezelf met alles en iedereen. Ik voel me superieur of waardeloos. Ik maak andere keuzes. Mijn intentie is anders. Ik heb het idee dat ik alles moet regisseren, als een razende controlfreak ren ik dan door de dagen.
En dat allemaal omdat mijn ego dat lieve kleine gewonde meisje in mezelf wil beschermen. Al dat gepush, dat meer willen, het moet allemaal leiden tot erkenning en bevestiging dat ik er mag zijn. Het controleren van sommige situaties en omstandigheden is een manier om te voorkomen dat ik me ooit nog zo ga voelen als toen. De diepe pijn van mijn innerlijke kind.
Steeds vaker ga ik herkennen wat de aanleiding is voor deze staat van zijn. Wanneer ik te druk ben, er teveel gaande is qua werk en ik om de een of andere reden wat meer online ben (wat zo niet mij is), verlies ik het contact met mezelf.
Met mijn echte zelf. De zelf die weet dat ze genoeg is. Altijd. Dat ze niks hoeft te doen om te mogen zijn. De zelf die omringt wordt door goedheid, liefde, overvloed. Die dat ís. De zelf die ervan geniet om onvoorwaardelijk te geven. Vervuld van dankbaarheid voor alle kleine, dagelijkse dingen. De zelf die zich kan verwonderen om dat wat echt telt. Die weet dat het leven voor haar werkt. Dat alles op tijd gebeurt en ze niks hoeft te forceren.
Die mooie, pure zelf verlies ik op zulke dagen.
En wat ik ook deed in een week als deze, het kostte me ontzettend veel moeite om haar terug te vinden. Om weer terug bij mezelf te komen. Ik moest er veel voor ‘doen’ en tegelijkertijd stoppen met doen.
Stilte. Telefoon uit. Weg van social media. Laptop uit. Langere meditaties. Geleide meditaties. Schrijven. Nog meer schrijven. Lange wandelingen maken. Nog meer wandelen. De wind in mijn gezicht. Ademhalen, bewust. Luieren.
Uren luisteren naar ‘mijn’ spiritual leaders, die ik te lang niet gehoord had door gebrek aan tijd (maar vooral prioriteit, zie je waar het misgaat?).
Tijdens mijn ochtendmeditaties ga ik in gesprek met mijn ego. Ik vertel haar dat ik voor dat kleine meisje kan zorgen. Dat we die controle niet (meer) nodig hebben. Dat we niks hoeven te forceren vanuit angst. Dat we niets hoeven te doen om te mogen zijn. Dat ik het aankan om me minderwaardig en niet genoeg te voelen. Dat ik ruimte voor dat gevoel kan maken en zo de uitnodiging aangrijp om te helen.
Tranen stromen over mijn wangen. Ik voel me warm en gedragen.
Langzaam zak ik weer in mijn lijf. Kan ik weer anders zien. Is mijn aandacht anders. Zijn mijn gedachten anders. Voel ik weer. Ben ik weer. Hier, aanwezig.
Wat heb ik haar gemist.
Foto: Unsplash
+ show Comments
- Hide Comments
add a comment