De befaamde runner’s high. Veelal vanuit een wetenschappelijk perspectief benaderd; want wat veroorzaakt nou dat schijnbaar euforische, onoverwinnelijke gevoel tijdens of na het hardlopen? Die wetenschappelijke angel haal ik er even uit; ik ben niet zo’n bèta type.
Als je me vroeger, of zelfs enkele jaren geleden, had verteld dat ik ooit het lopen van een marathon zelfs maar in overweging zou nemen, dan had ik je met een blik vol verbijstering aangekeken. Turnen, majorette, streetdance, hiphop, snorkelen, spinning; van álles is de revue gepasseerd en een leven zonder sport was ondenkbaar. Maar als ik de Coopertest moest lopen was ik diep ongelukkig en stond er voor mij één ding vast: aan mijn voeten geen hardloopschoenen. En die gedachte heb ik heel lang vastgehouden. Tot ik ineens omringd werd door collega’s die besmet waren met het hardloopvirus. Zoveel enthousiasme, zoveel energie. En toen de Ladiesrun Rotterdam op hun programma stond, besloot ik de stoute hardloopschoenen aan te trekken en hen te vergezellen. Om vervolgens na 2 maanden trainen met een enkelblessure uit te vallen. Einde oefening, hashtag fail. En dát was ik niet gewend, falen. Stiekem verdenk ik mezelf ervan dat dit me extra getriggerd heeft om te bewijzen dat ik het wél kan, dat hardlopen. En zo liep ik eind 2014, op mijn 28e en anderhalf jaar na het oplopen van mijn blessure, mijn eerste 2 hardloopwedstrijdjes van 5 en 8 kilometer. Typisch gevalletje laatbloeier. En koud over de eindstreep nam het volgende plan alweer concrete vormen aan: ik wilde finishen op de triathlon olympische afstand, en dan ook nog eens in Barcelona! Goaldigger?! Concreet betekende dat 1500 meter zwemmen in de Middellandse zee, 40 kilometer fietsen en 10 kilometer hardlopen. En ondanks dat ik al mijn hele leven zwem, bleek hardlopen mijn sterkste onderdeel. Mijn personal trainer Marco, die ik had ingeschakeld om me triathlon proof te shapen, had het zelfs over ‘talent’.
Ik liep op wolkjes na deze fysieke (en mentale!) overwinning op mezelf en ik werd hongerig naar meer. Ik merkte dat ik het heerlijk vond om prestaties neer te zetten, doelen te behalen, mezelf en anderen te verbazen, mijn bucketlist af te vinken en uit te breiden. Dát is waar ik intens van geniet en wat me een allesomvattend gevoel van onoverwinnelijkheid kan bezorgen. Máár, het leven bestaat natuurlijk niet alleen uit wedstrijden en tijden neerzetten; dat zijn slechts de piekmomenten. Misschien nog wel intensiever is de weg ernaartoe. En als je niet kunt genieten van het bewandelen van die weg, dan is ie heel lang en verdomd saai. Mijn ‘road to New York City’ bestaat uit veel en lang trainen en dan kun je maar beter proberen die runner’s high ergens vandaan te toveren. Op het moment dat ik (liefst in de stralende zon) door de Kennemerduinen en over het strand van Bloemendaal loop, daalt er een heerlijke rust over me heen. Nothing beats the beach. Het gevarieerde landschap, de zeelucht, de zonsondergangen, de selfies met de Schotse Hooglanders; een gelukzalige glimlach zit op mijn gezicht geplakt tijdens zo’n run. Ik voel me happy, completely satisfied met mezelf en ik twijfel geen seconde of ik die finishlijn in New York ga halen. Nee, op dat soort momenten zit ik in mijn roze bubbel en kan ik de wereld aan. En dát is de essentie van de runner’s high. Mijn runner’s high.
Check mijn Instagram voor mijn road to the New York Marathon: @bo.ermes
En check mijn persoonlijke pagina op de website van KiKa om te zien waar ik het nou eigenlijk allemaal voor doe! Donaties zijn welkom en heel lief!
Liefs,
Bo
De befaamde runner’s high. Veelal vanuit een wetenschappelijk perspectief benaderd; want wat veroorzaakt nou dat schijnbaar euforische, onoverwinnelijke gevoel tijdens of na het hardlopen? Die wetenschappelijke angel haal ik er even uit; ik ben niet zo’n bèta type.
Als je me vroeger, of zelfs enkele jaren geleden, had verteld dat ik ooit het lopen van een marathon zelfs maar in overweging zou nemen, dan had ik je met een blik vol verbijstering aangekeken. Turnen, majorette, streetdance, hiphop, snorkelen, spinning; van álles is de revue gepasseerd en een leven zonder sport was ondenkbaar. Maar als ik de Coopertest moest lopen was ik diep ongelukkig en stond er voor mij één ding vast: aan mijn voeten geen hardloopschoenen. En die gedachte heb ik heel lang vastgehouden. Tot ik ineens omringd werd door collega’s die besmet waren met het hardloopvirus. Zoveel enthousiasme, zoveel energie. En toen de Ladiesrun Rotterdam op hun programma stond, besloot ik de stoute hardloopschoenen aan te trekken en hen te vergezellen. Om vervolgens na 2 maanden trainen met een enkelblessure uit te vallen. Einde oefening, hashtag fail. En dát was ik niet gewend, falen. Stiekem verdenk ik mezelf ervan dat dit me extra getriggerd heeft om te bewijzen dat ik het wél kan, dat hardlopen. En zo liep ik eind 2014, op mijn 28e en anderhalf jaar na het oplopen van mijn blessure, mijn eerste 2 hardloopwedstrijdjes van 5 en 8 kilometer. Typisch gevalletje laatbloeier. En koud over de eindstreep nam het volgende plan alweer concrete vormen aan: ik wilde finishen op de triathlon olympische afstand, en dan ook nog eens in Barcelona! Goaldigger?! Concreet betekende dat 1500 meter zwemmen in de Middellandse zee, 40 kilometer fietsen en 10 kilometer hardlopen. En ondanks dat ik al mijn hele leven zwem, bleek hardlopen mijn sterkste onderdeel. Mijn personal trainer Marco, die ik had ingeschakeld om me triathlon proof te shapen, had het zelfs over ‘talent’.
Ik liep op wolkjes na deze fysieke (en mentale!) overwinning op mezelf en ik werd hongerig naar meer. Ik merkte dat ik het heerlijk vond om prestaties neer te zetten, doelen te behalen, mezelf en anderen te verbazen, mijn bucketlist af te vinken en uit te breiden. Dát is waar ik intens van geniet en wat me een allesomvattend gevoel van onoverwinnelijkheid kan bezorgen. Máár, het leven bestaat natuurlijk niet alleen uit wedstrijden en tijden neerzetten; dat zijn slechts de piekmomenten. Misschien nog wel intensiever is de weg ernaartoe. En als je niet kunt genieten van het bewandelen van die weg, dan is ie heel lang en verdomd saai. Mijn ‘road to New York City’ bestaat uit veel en lang trainen en dan kun je maar beter proberen die runner’s high ergens vandaan te toveren. Op het moment dat ik (liefst in de stralende zon) door de Kennemerduinen en over het strand van Bloemendaal loop, daalt er een heerlijke rust over me heen. Nothing beats the beach. Het gevarieerde landschap, de zeelucht, de zonsondergangen, de selfies met de Schotse Hooglanders; een gelukzalige glimlach zit op mijn gezicht geplakt tijdens zo’n run. Ik voel me happy, completely satisfied met mezelf en ik twijfel geen seconde of ik die finishlijn in New York ga halen. Nee, op dat soort momenten zit ik in mijn roze bubbel en kan ik de wereld aan. En dát is de essentie van de runner’s high. Mijn runner’s high.
Check mijn Instagram voor mijn road to the New York Marathon: @bo.ermes
En check mijn persoonlijke pagina op de website van KiKa om te zien waar ik het nou eigenlijk allemaal voor doe! Donaties zijn welkom en heel lief!
Liefs,
Bo
+ show Comments
- Hide Comments
add a comment